Wanneer je een VPN-verbinding tot stand brengt, maak je verbinding met een VPN-server die zich op een andere locatie bevindt. Hierdoor lijkt het alsof je op die locatie bent en kun je toegang krijgen tot websites en online services die anders niet beschikbaar zijn in jouw regio. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn als je een bepaalde website wilt bezoeken die alleen toegankelijk is voor mensen uit een specifiek land.
Een VPN biedt ook privacyvoordelen, omdat het je IP-adres verbergt en het voor derden moeilijker maakt om je online activiteiten te volgen. Let op dat het gebruik van een VPN niet volledig anoniem is en dat sommige VPN-providers mogelijk je gegevens loggen. Kies daarom altijd een gerenommeerde VPN-provider die je vertrouwt en die goede privacyvoorwaarden hanteert.
Hoe werkt de versleuteling van een VPN?
De versleuteling van een VPN wordt gedaan door middel van cryptografische algoritmen die ervoor zorgen dat de gegevens die je verstuurt, onleesbaar zijn voor derden. Dit betekent dat als iemand probeert je internetverkeer te onderscheppen, ze alleen maar versleutelde gegevens zien die zonder de juiste sleutel niet leesbaar zijn.
De meeste VPN’s maken gebruik van twee soorten encryptie: symmetrische encryptie en asymmetrische encryptie.
Symmetrische encryptie betekent dat dezelfde sleutel wordt gebruikt voor het versleutelen en ontsleutelen van gegevens. De sleutel wordt gedeeld tussen jouw apparaat en de VPN-server en wordt gebruikt om alle gegevens die tussen de twee worden uitgewisseld, te versleutelen.
Asymmetrische encryptie betekent dat er twee verschillende sleutels worden gebruikt voor het versleutelen en ontsleutelen van gegevens. De ene sleutel wordt gebruikt om gegevens te versleutelen, terwijl de andere sleutel wordt gebruikt om gegevens te ontsleutelen. Deze sleutels worden bekendgemaakt via een proces genaamd “handshake”, dat plaatsvindt wanneer je verbinding maakt met de VPN-server.
In de praktijk betekent dit dat alle gegevens die je verstuurt via een VPN, worden versleuteld met behulp van sterke algoritmen zoals AES (Advanced Encryption Standard) of RSA (Rivest-Shamir-Adleman). Hierdoor wordt het voor derden vrijwel onmogelijk om je gegevens te ontcijferen en te lezen.
Wie heeft de VPN uitgevonden?
De VPN-technologie is niet uitgevonden door één persoon of bedrijf, maar is ontstaan als een evolutie van verschillende technologieën die al bestonden.
De eerste vormen van beveiligde verbindingen voor computers werden al in de jaren ’70 ontwikkeld. Deze werden gebruikt om de communicatie tussen computers in verschillende locaties veiliger te maken.
In de jaren ’90 werden Virtual Private Networks geïntroduceerd als een manier om veilige verbindingen te maken via het internet. In deze periode ontwikkelden verschillende bedrijven en organisaties onafhankelijk van elkaar de technologieën die later de basis zouden vormen van de moderne VPN.
Een belangrijke mijlpaal was de ontwikkeling van het Point-to-Point Tunneling Protocol (PPTP) in 1996 door Microsoft en de L2TP (Layer 2 Tunneling Protocol) in 1999, een gezamenlijke ontwikkeling van Cisco en Microsoft. Deze protocollen maakten het mogelijk om veilige verbindingen op te zetten tussen computers via het internet.
Sindsdien is de VPN-technologie verder ontwikkeld en geëvolueerd. Er zijn nu talloze VPN-providers en verschillende soorten VPN’s beschikbaar, elk met hun eigen specifieke kenmerken en toepassingen.